Lees de column

 

Voor de faculteit REBO schreef ik als ghostwriter twaalf columns uit naam van verschillende hoogleraren en universitair docenten. Ik interviewde ze over een voor hen belangrijk onderwerp en verwerkte dit interview tot een langere column.

Meer informatie

 

Prof. dr. Elisabetta Manunza is programmacoördinator en docent van het executive programma ‘Aanbestedingsrecht voor de inkooppraktijk’ van de Universiteit Utrecht. Haar column werd hier gepubliceerd.

‘Interdisciplinariteit’, het lijkt het toverwoord van onze samenleving. Binnen de universiteit wordt interdisciplinair onderzoek gestimuleerd. Lokale overheden grijpen interdisciplinair werken aan als een manier om de krachten te bundelen; binnen het onderwijs, de kunst en de zorg – om maar een paar sectoren te noemen – breekt men door de barrières van de eigen vakgebieden. Het levert een schat aan nieuwe inzichten, vormen, producten, oplossingen, werkwijzen en innovaties op. Maar, ook een hoop stress. Dit is niet anders binnen de wereld van het aanbestedingsrecht. Een wereld waarin je als geen ander te maken hebt met spelregels en verschillende belangen. 

 

‘Aanbestedingsstress’ is binnen de dagelijkse werkpraktijk een veel voorkomende kwaal. Ik zie het veel binnen de specialisatieopleiding ‘Aanbestedingsrecht voor de inkooppraktijk’ die ik in 2013 opzette omdat in Nederland een interdisciplinaire opleiding aanbestedingsrecht tot dan toe ontbrak. Juristen én niet-juristen komen in de opleiding samen om zich te verdiepen in de juridische aspecten van aanbesteden. Vaak denken zij dat het een kwestie is van ‘de spelregels leren kennen’. Maar hoe speel je een spel volgens de regels als je het doel van het spel niet eens doorziet? Als je niet weet wáár je voor speelt, bestaat het risico dat je al in een kramp schiet nog voordat je een stap hebt gezet. 

 

Het goede nieuws: het is te genezen. Interdisciplinair werken vraagt om een andere mindset. Het betekent niet dat je op de stoel van je collega gaat zitten – het houdt in dat je je laat voeden door de ideeën van anderen, met andere wetenschappelijke of professionele achtergronden. De grenzen vervagen, maar ieder blijft wel op zijn eigen terrein. Zo bouw je samen richting een gemeenschappelijk doel, met kennis van de spelregels, met inachtneming van de rollen van de andere spelers, en werk je samen toe naar iets dat groter is dan de som der delen.  

 

Een lesje nederigheid uit het oude Rome

Wat dat betreft kunnen we veel leren als we naar de geschiedenis kijken. Neem bijvoorbeeld Gian Lorenzo Bernini en Francesco Borromini, twee genieën die in de 17e eeuw een paar van de grootste bouwkundige opdrachten van Rome kregen toebedeeld, maar die niet zo sterk in samenwerken waren. “De één kon tekenen en de ander kon rekenen”, wordt er wel over hen gezegd, maar ondertussen konden ze elkaars bloed wel drinken. Hun onderlinge strijd – die vaak uitliep in een poging om met elke nieuwe opdracht de ander te overtroeven – heeft de stad Rome ontegenzeggelijk veel schoonheid opgeleverd. Maar de verwezenlijking van al die grootse ideeën kon vaak niet zonder de interventies van anderen. Wie kan tekenen maar niet zo goed rekenen, of andersom, die maakt namelijk nog weleens een catastrofale ontwerpfout in de koepels of de torens die hij zo graag wil creëren. 

Het niet willen erkennen van de tekortkomingen van hun eigen kennis en kunde zat deze mannen flink in de weg. Wat zou hun werk (en hun leven) makkelijker zijn geweest, als ze hadden kunnen samenwerken! Ik haal het voorbeeld vaak aan in mijn lessen, omdat ik het een prachtige illustratie vind van het belang van humilitas in de interdisciplinaire samenwerking. In mijn onderwijs streef ik ernaar – en pleit ik er altijd voor – om bij het beoefenen van wetenschap een bescheiden houding aan te nemen. Humilitas betekent in de Germaanse variant weliswaar ‘nederigheid’, maar de Latijnse variant, die afgeleid is van het woord ‘humus’, aarde, verbeeldt dit concept beter: een professional die met zijn voeten ‘in de aarde staat’, blijft aansluiting vinden bij de alledaagse werkelijkheid. 

 

De juiste juridische vraag identificeren

Humilitas helpt in dat opzicht ook om tot een interdisciplinaire oplossing van problemen te komen. Wij bewegen ons in een sector waar veel belangen bij elkaar komen: publieke belangen, private belangen, Europese, nationale, lokale belangen, sociale ondernemingen, burgerinitiatieven, commerciële en publieke marktpartijen. Aanbesteding lijkt dan soms gewoon een optelsom van procedurele regels (en als je die maar goed opvolgt, houd je iets positiefs over aan de onderkant van de streep). Maar in de praktijk blijkt het vaak moeilijk om de juiste juridische vraag te identificeren. Een juridisch probleem kan ook nog een economische, politieke, maatschappelijke, religieuze, culturele, filosofische component hebben. Het is belangrijk om die van de juridische kwestie te scheiden. Vervolgens kun je je afvragen of het probleem bij het Europees of nationaal recht en dan specifieker bij het aanbestedingsrecht ligt, of bijvoorbeeld bij het bestuursrecht. 

Kortom: je kunt als niet-jurist wel het Wetboek uit je hoofd leren, maar dat betekent nog niet dat jij in staat bent om de juiste juridische vragen te identificeren – laat staan beantwoorden. Je kunt je als jurist meer bekwamen in het aanbestedingsrecht, maar dat verschaft je nog niet meteen het inzicht dat nodig is om de complexe dagelijkse praktijk het hoofd te kunnen bieden. 

Zicht op de belangen van de andere partij kan je helpen om tot betere keuzes te komen. Je kiest nooit alleen voor jezelf; je hebt altijd een verantwoordelijkheid naar het grotere geheel. Een concreet voorbeeld is de inkoop van schoonmaakdiensten. Veel organisaties geven er de voorkeur aan om de schoonmaak in de avonduren te organiseren, wanneer niemand op kantoor er ‘last’ van heeft. Dit is niet altijd in het belang van de schoonmakers zelf; veelal vrouwen met een niet-Nederlandse achtergrond, met (jonge) kinderen die zij niet alleen thuis kunnen laten. In de keuze voor je aanbesteding zijn ook dat belangrijke overwegingen om mee te laten spelen.  

 

Een instrument tot een rechtvaardige maatschappij

Ik zie aanbesteding dan ook als een methode om rechtvaardige en duurzame keuzes te maken waarmee je bij kunt dragen aan een eerlijke en inclusieve inrichting van de samenleving. De functie van het recht is uiteindelijk om conflicten en problemen te voorkomen, geschillen te beslechten, en een rechtvaardige maatschappij tot stand te brengen. De aanbesteding is een instrument binnen dat recht om overheidsgeld goed uit te geven die – als goed benut – kansen biedt voor betere werkgelegenheid (en werkomstandigheden), welzijn en welvaart. Zo bezien is dat niet iets om stress over te hebben, maar juist om zo te gebruiken dat de voordelen voor onze samenleving concreet worden. Laten we dus samenwerken, met humilitas, om prachtige koepels te bouwen die eeuwenlang kunnen bestaan. 

 

--
Prof. dr. Elisabetta Manunza is programmacoördinator en docent van het executive programma ‘Aanbestedingsrecht voor de inkooppraktijk’ van de Universiteit Utrecht. Zij is als hoogleraar Europees en Internationaal aanbestedingsrecht verbonden aan het Departement Rechtsgeleerdheid, het Public Procurement Research Centre en het Social Entrepreneurship Initiative. Het centrale thema in haar onderzoek is sociaal opdrachtgeverschap en de aanbesteding als kunst van het kiezen. De overheid dient het instrument van de aanbesteding zo in te zetten dat daarmee een rechtvaardige en duurzame samenleving wordt gecreëerd. Hoe dat te doen, gezien de vele mogelijkheden die het recht kent, het feit dat lang niet alle problemen met ‘regels’ kunnen worden opgelost; in het besef dat er geen regel bestaat die alle problemen oplost?